De Biesbosch en het gebied dat er ten zuiden van ligt, aan de andere kant van de Amer, hebben een bewogen geschiedenis. We nemen je mee door het oorlogsverleden van Drimmelen en Lage Zwaluwe.
Dit gebied was het werkterrein van de line-crossers. Dit was een groep van 21 personen, de meesten van hen afkomstig uit Werkendam, die in het laatste oorlogsjaar een verbinding tot stand brachten tussen bevrijd en bezet Nederland. De Duitsers kwamen niet veel in de ruige Biesbosch, waardoor dit gebied in feite tussen de Duitse en geallieerde linies in kwam te liggen. Dit maakte de Biesbosch een geschikte schuilplaats voor onderduikers.
In totaal staken de 21 line-crossers in dit laatste oorlogsjaar 374 keer de grote rivieren over om mensen, goederen, informatie en medicijnen te vervoeren. Hierbij gebruikten ze twee routes: van Werkendam naar Drimmelen en van de Sliedrechtse haven, via de Biesbosch naar Lage Zwaluwe. In dit laatstgenoemde dorp staat dan ook een monument voor de line-crossers, dat in 1977 door Prins Bernhard werd onthuld. Ook liggen er nog twee tankvallen bij Lage Zwaluwe.
De Zuiderfrontier
Verder naar het zuidwesten liggen restanten van de Coehoornse Zuiderfrontier: de Linie van den Hout en de Linie van de Munnikenhof. Deze verdedigingslinie dateert uit de 16de en 17de eeuw en liep van Sluis in Zeeuws-Vlaanderen tot aan Nijmegen. De Linie van den Hout en de Linie van de Munnikenhof vormen tegenwoordig samen met de Spinolaschans een natuurgebied. De wallen zijn in de 19de eeuw beplant met eiken, maar de typerende zigzagvorm is nog goed te zien in het landschap.