De toren van Kasteel IJsselstein is het enige wat nog over is van het kasteel.
IJsselstein wordt in 1279 voor het eerst genoemd, en wel om Kasteel IJsselstein dat destijds in bezit was van Gijsbrecht van Amstel. Bij het kasteel ontstond een dorp, wat in 1310 officieel stadsrechten kreeg en uit zou groeien tot de stad IJsselstein zoals we hem nu kennen. De baronie IJsselstein was een heerlijkheid en van ouds onderdeel van het graafschap Holland. In 1551 kreeg Willem van Oranje gezag over de stad en met het Plakkaat van Verlatigne werd hij soeverein. Binnen de Republiek was de stad een van de zelfstandige enclaves, maar daar kwam tijdens de Bataafse revolutie een einde aan. IJsselstein zelf is misschien geen baronie, maar onze koning draagt nog wel de adellijke titel baron van (onder andere) IJsselstein. Op de fietsroute fiets je langs de plek waar Kasteel IJsselstein lang pronkte, tot het gesloopt werd in 1887. Alleen de toren is bewaard gebleven.