Vijf drinktips bij warm fietsweer
Monday 12 August, 2024
Genoeg drinken iedere dag is belangrijk. Helemaal als je op de fiets onderweg bent bij warm weer. Daarom vijf tips voor goed en voldoende drinken onderweg.
Tip 1 - Drink genoeg
Gewoonlijk heb je tussen de anderhalf en twee liter vocht per dag nodig. Als je een extra inspanning levert, zoals bij een rondje fietsen, heb je meestal meer nodig omdat je onderweg vocht verliest door zweten. Dat valt nog wel mee als het buiten koud is, maar bij warmte kan het sneller gaan dan je denkt.
Hoeveel extra je moet drinken is lastig te zeggen. Dat hangt af van hoeveel inspanning je levert, hoe warm het is en ook nog van hoe je lichaam in elkaar zit. De een zweet nou eenmaal meer dan de andere. Je kunt er vanuit gaan dat je bij een rustige fietstocht van zo’n 40 tot 50 kilometer in de warmte wel een halve liter extra aan vocht kan gebruiken.
Tip 2 - Drink op tijd
Veel mensen wachten te lang met drinken bij het fietsen. Pas als ze echt goed dorst krijgen, gaan ze drinken en dan meteen met grote slokken tegelijk. Het is beter om op een fietstocht regelmatig een paar slokjes te nemen, om de paar kilometer. Zo houd je je vochtbalans beter op peil. Een goede indicatie dat je aan wat slokjes toe bent, is een licht droge mond.
Wacht niet te lang met voldoende drinken, want dan kun je last krijgen van dehydratie. Dat merk je aan symptomen als spierkramp, hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid.
Tip 3 - Drink goed
Op tijd drinken is goed, maar niet alles wat je kan drinken is even geschikt. Water is altijd een goede keuze. Zelfs nog wat beter is een isotone drank, vooral bij stevige inspanningen. Isotone drank is makkelijker op te nemen door je lichaam. Bovendien zitten in isotone drankjes meestal ook mineralen die bij het zweten verloren mineralen vervangen. Je houdt je lichaam zo goed in balans. Isotone drankjes kun je in een flesje kopen, maar ook zelf thuis maken met isotoon poeder -van de Etos of Kruidvat- en water. Heb je behoefte aan wat extra energie, dan kun je ook onderweg een energiedrankje, vruchtensap of gewoon een colaatje (met suiker) nemen.
Hoewel het verleidelijk is om tijdens je rit op een terrasje een biertje of wijntje te pakken, is dat niet zo’n goed idee. Een gezegde onder toerfietsers is dat alcohol in je benen gaat zitten. Met andere woorden: je kan er nogal zware benen van krijgen, waardoor het fietsen lastiger gaat. Dat komt vooral doordat alcohol vocht aan je lichaam onttrekt, waardoor je nog droger komt te staan. Bovendien komt alcohol je reactievermogen en coördinatie op de fiets niet ten goede.
Tip 4 - Neem een bidon mee
Een makkelijke manier om drinken voor onderweg mee te nemen is een of twee bidons gebruiken. Die zijn speciaal gemaakt voor drinken op of bij de fiets. Je leest meer over bidons hier
Tip 5 - Vul op tijd bij
Ga je op een langere fietstocht? Dan moet je er rekening mee houden dat je op een gegeven moment met een lege fles of bidon komt te zitten. Gelukkig kun je op veel plaatsen bijtanken, zoals bij een restaurant, snackbar, supermarkt of benzinestation. Je kan daar vragen of je gratis je water bij mag vullen. Zo niet, dan kun je gewoon een flesje water kopen voor onderweg of in je bidon. Als je water uit de kraan kan vinden, let er dan wel op het drinkbaar water is. Dat is namelijk niet overal het geval. Vooral in meer afgelegen gebieden en in het buitenland is bepaald kraanwater alleen te gebruiken om je handen mee te wassen, maar niet om te drinken. Dit staat er dan gewoonlijk duidelijk bij. Als je toch de kans neemt met dit soort water, hou er dan rekening mee dat je daar later last van kan krijgen in de vorm van maag- en darmperikelen.