Nieuws
Ken je deze wielertermen? Etappe 1
Tuesday 2 July, 2024
De Tour de France is op 29 juni voor de 111e keer gestart. Terwijl je drie weken lang de renners voorbij ziet razen, vliegen de wielertermen uit de monden van de commentatoren je om de oren. Fietsen123 legt uit wat ze betekenen.
Iedere sport heeft in de loop van de tijd zijn eigen termen ontwikkeld, maar die rond de racefiets behoren wel tot de meest kleurrijke. Soms kwamen ze van de renners af, soms van commentatoren en journalisten, en soms is niet bekend waar ze nou precies vandaan kwamen.
Aan het elastiek hangen - Nog maar net bij een groep renners aan kunnen klampen, maar waarschijnlijk niet voor lang meer.
Bidon collé (plakbidon) - Het vaak voorkomende verschijnsel van een renner die een bidon haalt bij de ploegleiderswagen en die dan even extra lang vasthoudt voor een klein stukje rijondersteuning onderweg.
De Bus - Een groep renners die niet goed kunnen klimmen en bij etappes met bergen bij elkaar blijven fietsen. Op die manier kunnen ze op een rustiger tempo samen naar de finish rijden binnen de maximaal toegestane tijdslimiet.
Chasse patate - Vrij vertaald betekent dit aardappeljacht, waarbij de aardappel ook wel voor domoor staat. Dit is een actie waarbij een renner uit het peloton wegrijdt om zich aan te sluiten bij een eerder weggereden kopgroep. Als de aansluiting niet lukt maar de renner desondanks koppig tussen het peloton en de kopgroep blijft fietsen, wordt dat een chasse patate genoemd. De term is afkomstig uit het Zesdaagse wielrennen op de baan.
De deur dichtdoen - Bij een sprint niet op je eigen ‘rechte‘ lijn blijven rijden maar opzij sturen, zodat andere renners er niet meer langs kunnen. Dit kan naast gevaarlijke situaties ook een straf opleveren.
De Tour wacht op niemand - De harde realiteit bij alle wielerwedstrijden dat de andere renners blijven doorrijden als er iemand gevallen is of materiaalpech heeft. Behalve soms de ploeggenoten dan.
D’r op en d’r over - Het vaak fraaie verschijnsel van een renner die een andere renner of groep renners bijhaalt en vervolgens meteen weer wegrijdt.
Derde bal - Een zeer vervelende blessure bij wielrenners waarbij een puistje op het achterste kan uitgroeien tot het formaat van een ei.
Een koffiemolentje draaien - Op een hele kleine versnelling rijden, waarbij de benen snel ronddraaien. Gewoonlijk omhoog op een steile berg.
Er een snok aan geven - Nog even extra gas geven op de fiets. Bron: Gerrie Knetemann.
Geparkeerd staan - Bijna stilstaan bij het omhoog fietsen op een helling.
Grinta - Fietsen met verbetenheid en doorzettingsvermogen. Italiaanse term.
Meer wielertermen lees je op Ken je deze wielertermen? Etappe 2 | Fietsen123