Maximumsnelheid van 25 km/u op fietspaden?
Kenniscentrum Fietsberaad adviseert het ministerie van Infrastructuur en Milieu om op fietspaden een maximumsnelheid in te stellen van 25 kilometer per uur. Aanleiding voor het advies…
Nieuws
Thursday 9 February, 2017
Al een paar jaar publiceert het Amerikaanse tijdschrift Wired een lijst met de meest fietsvriendelijke steden ter wereld. Maar waar Amsterdam de eerste ranglijsten aanvoerde, is de koppositie nu overgenomen door Kopenhagen. Gaat Amsterdam achteruit of is Kopenhagen bezig een sprintje te trekken?
Om die laatste vraag te beantwoorden, is het nodig om verder te kijken dan de ranglijst en de criteria van deze zogenaamde Copenhagenize Index. We hebben het natuurlijk over twee verschillende steden, met verschillende culturen, infrastructuur en politiek. Reden genoeg om deze steden eens tegenover elkaar te zetten.
Het communicatie- en designbureau Copenhagenize Design Co. Stelde de ranglijst in 2011 voor het eerst op. De ranglijst was bedoeld voor professionele doeleinden: Copenhagenize werkt veel samen met stadsbesturen en wilde hen een score kunnen geven om te laten zien waar ze staan en wat ze op het gebied van ontwikkeling van fietsen en fietsinfrastructuur kunnen doen. Omdat de fiets steeds populairder wordt en de ranglijst nuttig voor betrokken partijen nuttig blijkt te zijn, koos het bureau er na verloop van tijd voor de lijst te publiceren.
Het beoordelen van de fietsvriendelijkheid van een stad is natuurlijk niet zomaar een kwestie van het ondervragen van een aantal fietsers om hun mening en veiligheidsperceptie te achterhalen. Er zijn verschillende criteria die een rol spelen:
Daarnaast kijkt men ook naar de invloed van politieke maatregelen en investeringen.
De hoofdstad van Denemarken lijkt een waar fietsparadijs. Straten en bruggen die alleen voor fietsers bedoeld zijn: menig fietser in Nederland droomt ervan. Ook de faciliteiten voor fietsers zijn grotendeels tiptop in orde: een groene golf voor fietsers die 20 kilometer per uur rijden, treinen en trams met veel ruimte voor fietsen, fietsparkeergarages en binnenplaatsen. Minpuntje: de stations – daar is de chaos bijna niet te overzien, een situatie waar slechts het dievengilde van profiteert.
Kopenhagen heeft veel geïnvesteerd in het fietsen: tussen 2009 en 2014 werden er 338 projecten gerealiseerd, wat ruim 134 miljoen euro kostte. En het zijn juist deze recente investeringen die Kopenhagen het imago geven van een hippe en moderne fietsstad: in de periode ervoor werd er weinig geïnvesteerd in fietsen en fietsinfrastructuur. De Klimaattop van 2009 in Kopenhagen was een belangrijke aanleiding voor verandering: de stad moest het beeld uitdragen van een gezonde stad met een prettige leefomgeving.
Als het op gedrag aankomt, dan is de gemiddelde fietser in Kopenhagen beschaafder dan zijn Amsterdamse tegenhanger. De Kopenhagers fietsen netjes achter elkaar, respecteren de verkeersregels – door rood rijden is er niet bij – geven elkaar ruimte en zelfs op de drukste momenten van de dag lijkt het er op het fietspad ordelijk aan toe te gaan.
Vraag is of Amsterdam werkelijk achteruit is gegaan en nu een slechte stad voor fietsers is. Nee, moet het antwoord luiden. Een tweede plek op de wereldranglijst is een geweldige prestatie. Maar inderdaad: er is een stad die nóg beter scoort.
Als het om de ruwe cijfers gaat, scoort Amsterdam zelfs beter dan Kopenhagen. Het fietsgebruik is de laatste jaren hard gegroeid – meer dan in Kopenhagen – en de verwachting is dat deze trend zich voortzet. Zeker onder de jongeren steekt Amsterdam er met kop en schouders bovenuit: 55 procent van de Amsterdamse jongeren fietst, terwijl bij de Deense jeugd juist een afname te zien is.
In Amsterdam neemt fietsen een belangrijke plaats in:27 procent van alle verplaatsingen in de stad gebeurt per fiets. Onder de bewoners van Amsterdam ligt dit percentage zelfs op 36 procent. Om een goede doorstroming van het fietsverkeer mogelijk te maken, zijn er brede fietspaden nodig: 2,2 meter breed voor 750 fietsers per uur. Maar op de drukste plekken, waar een groot deel van het centrum ook onder valt, ligt het werkelijke aantal ruim twee keer zo hoog. De infrastructuur is hier niet op ingericht en samen met het gedrag van andere weggebruikers leidt dit tot een verminderd gevoel van veiligheid onder fietsers. Eén op de vier Amsterdammers geeft dan ook aan stress te ervaren tijdens het fietsen.
Kopenhagen, een hip en innovatief fietsparadijs tegenover Amsterdam, de fietsstad op z’n retour - datis het beeld dat gecreëerd is. Marketing dus? Dat is wel wat je uit de woorden van Klaus Bondam, directeur van de Cyklistforbundet – de Deense tegenhanger van onze Fietsersbond – mag concluderen: ‘Amsterdam en Kopenhagen doen het allebei hartstikke goed. Maar wij zijn gewoon beter in het communiceren hoe goed we zijn.’
Nu is het een kwestie van afwachten welke stad zich in 2017 de ‘fietshoofdstad van de wereld’ mag noemen. Sinds de laatste Copenhagenize Index heeft Amsterdam namelijk niet stil gezeten. Een van de punten waar Kopenhagen Amsterdam op versloeg, was de aanwezigheid van fietsdeelsystemen. Kopenhagen had deze wel, Amsterdam niet. Toen in ieder geval, want inmiddels heeft ook Amsterdam het gemak van het fietsdeelconcept ontdekt. Ook heeft de gemeente ingezet op gedragsverbetering van weggebruikers in Amsterdam. Verrassend genoeg is de zogenaamde Shared Space bij het Centraal Station hier een voorbeeld van: geen fietspaden, geen verkeersborden en geen oversteekplaatsen: de fietsers, wandelaars en scooters moeten het zelf regelen. En wat blijkt? Er doen zich vrijwel geen ongelukken voor. Het ontbreken van regels zorgt ervoor dat mensen zich voorzichtiger en socialer gaan gedragen.
Als Nederlandse fietsers hopen we natuurlijk dat Amsterdam de prestigieuze titel weer terugkrijgt. We wachten het af.